Zeven jaar geleden stopte Japan als eerste ontwikkelde land met het inenten van kinderen met het BMR-vaccin (Bof, Mazelen, Rode Hond). Vier jaar lang werd door deskundigen in dienst van de Japanse overheid in kaart gebracht hoe groot de schade was dat het vaccin aanrichtte. Van de 3.969 schadeclaims van ouders die hun kind hadden laten inenten kwam een kwart voor rekening van het BMR-vaccin. Het vaccin werd in de ban gedaan nadat duidelijk werd dat een recordaantal kinderen non-virale hersenontsteking en andere klachten ontwikkelden na een inenting.
Risico te groot
Volgens de Japanse overheid stierven drie kinderen na een inenting met het vaccin. Acht kinderen hielden er een ernstige blijvende handicap aan over, waaronder blindheid, doofheid en verlamming. De Japanse overheid had direct na de invoering in april 1989 al in de gaten dat er iets mis was met het vaccin. Ouders die een inenting weigerden kregen toen nog een boete. Een onderzoek dat drie maanden duurde liet zien dat 1 op 900 kinderen ernstige klachten ontwikkelde na de prik. Dit is 2.000 maal hoger dan de verwachte 1 op 200.000.
Vrijwillig
Er werd voor een ander BMR-vaccin gekozen maar ook daarbij vielen 1.755 slachtoffers. Er werd niet onderzocht hoeveel kinderen autisme ontwikkelden. Nadat die gegevens bekend werden koos de Japanse overheid ervoor de wettelijke verplichting voor de BMR-prik te laten vervallen en de keuze om hun kind wel of niet te laten inenten aan de ouders over te laten.
Bron: Zaplog.nl
Uncategorized