Overheid pleegt pensioenbedrog | Gewoon-Nieuws.nl

0
Rate this post

Bron: Het Nederlands opinieplatform CitaReg  Auteur: Bart Uienpeller

Vermogen pensioenfondsen in 10 jaar verdubbeld

Sinds 2008 zijn de pensioenen in Nederland niet meer geïndexeerd. Dat is een inkomensverlies van 12,7 procent. Daarbovenop komt nog de pensioenkorting in 2013 en mogelijk 2014, variërend van 0,5 tot boven de 10 procent.

Er is in Nederland iets vreemds aan de hand. In 2003 was het totale pensioenvermogen 490 miljard euro. Tot 2008 werden de pensioenen praktisch elk jaar geïndexeerd. Pensioenkortingen waren ondenkbaar. In 2003 waren er 2,1 miljoen gepensioneerden en waren de dekkingsgraden rond de 150 procent. In 2012 was de pensioenreserve gestegen tot ruim 1000 miljard euro. Een verdubbeling in tien jaar tijd. Tóch is er sinds 2008 plotseling sprake van onvoldoende dekkingsgraden en zijn de pensioenen niet meer geïndexeerd. Sterker nog, ze zijn gekort.

Overheid creëert een valse werkelijkheid

Vanwaar die plotselinge ommekeer? De rekenrente die normaal rond de 4 procent is was gedaald naar minder dan 2 procent als indirect gevolg van de kredietcrisis. Pensioenfondsen hebben twee beleggingspijlers: leningen, vaak staatsobligaties en beleggingsproducten zoals aandelen en vastgoed. Volgens regels van de overheid, in dit geval De Nederlandse Bank, is de rekenrente bepalend voor de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. De hoogte van de dekkingsgraad per 31 december is dan weer bepalend of een pensioenfonds moet korten of niet. Als norm geldt een dekkingsgraad van 104 procent. Voor elke uit te keren euro moet het pensioenfonds minimaal 1,04 euro in kas hebben. Let wel de rekenrente bepaald de dekkingsgraad, niet de werkelijke cijfers. Elk procentpunt van de rekenrente is goed voor 15 procentpunten van de dekkingsgraad.

Want wat is het geval. Terwijl sinds 2003 de pensioenreserves méér dan verdubbeld zijn creëert de overheid een valse werkelijkheid door alleen de rekenrente te laten gelden voor de dekkingsgraad. Niet het werkelijke rendement dat een pensioenfonds gehaald heeft. Punt is namelijk dat het gemiddelde pensioenfonds een jaarlijks rendement op zijn pensioenvermogen haalt van ongeveer 7 procent. Dat is iets heel anders dan die lage rekenrente van 2 procent. Uitgaande van het rendement van 7 procent zouden de pensioenfondsen vanaf 2008 de pensioenen makkelijk hebben kunnen indexeren en zouden pensioenkortingen volstrekt overbodig zijn geweest.

De argumenten die de overheid gebruikt, waardoor de dekkingsgraden kunstmatig laag gehouden worden, zijn dus de lage rekenrente en de stijgende levensverwachting van de huidige jongeren. Beiden zijn drogredenen. Het jaarlijks rendement op de pensioenreserves levert over een pensioenbedrag van 1000 miljard 70 miljard euro op. Dat is exclusief de inkomsten aan pensioenpremies. De jaarlijkse pensioenuitkering aan gepensioneerden is ruim 25 miljard euro (CBS 2011). Per jaar wordt er dus 50 miljard euro aan de reserves toegevoegd, exclusief de premieafdrachten. Vandaar die verdubbeling aan pensioenreserves.

Pensioenfondsen zijn schatrijk

Laten we een simpele rekensom maken. Het hoeft namelijk niet zo ingewikkeld te zijn als ons wordt voorgespiegeld. In 2013 zijn er 2,8 miljoen gepensioneerden. In 2040 zullen dat er 4,7 miljoen zijn (CBS). We hebben dan de piek van de vergrijzing bereikt, want daarna lopen de cijfers terug. Tussen 2040 en 2050 zullen er gemiddeld 4,2 miljoen gepensioneerden zijn. Wanneer we uitgaan van de huidige pensioenreserve van 1000 miljard en een gemiddeld beleggingsrendement van 5 procent dan levert dat een pensioenreserve op van bruto 3700 miljard in 2040, exclusief de premieafdrachten. Het gemiddeld aantal gepensioneerden tussen 2013 en 2040 zal 3,7 miljoen zijn. Het gemiddelde jaarlijks uit te keren pensioenbedrag per gepensioneerde is 10.000 euro, exclusief AOW (CBS). Dat is over 27 jaar bijna 1000 miljard euro. Blijft over 2700 euro aan reserves. Voor het gemak wordt uitgegaan van de huidige cijfers. De werkelijke cijfers zullen gecorrigeerd worden voor inflatie en fluctuerende beleggingsrendementen, maar met een totaal rendement van 5 procent is daar al redelijk rekening mee gehouden. Wat we dus volledig buiten beschouwing laten zijn de extra premie-inkomsten. De pensioenfondsen zijn nu, maar ook straks schatrijk. Hoezo lage dekkingsgraden, het uitblijven van indexaties of nog erger, pensioenkortingen?

Het mag duidelijk zijn dat met de door de overheid kunstmatig laag gehouden dekkingsgraden ons een rad voor de ogen wordt gedraaid. Men gaat immers niet uit van werkelijke rendementen en reserves, maar van een eenzijdige kunstmatige berekening, door alleen de lage rekenrente toe te passen. Ik herinner er nog maar even aan: tussen 2003 en 2013 is het pensioenvermogen gestegen van 490 naar ruim 1000 miljard. Dat is een stijging van 126 procent! En dat nog wel in een periode dat de kredietcrisis uitbrak. Het is een raadsel waarom de overheid de pensioenuitkeringen kunstmatig laag wil houden en de pensioenfondsen daarin meegaan. Het is immers pure diefstal.

Jongeren zullen hun eigen pensioen moeten betalen

Dan is er nog het argument dat de huidige jongeren de dupe zouden worden van de huidige gepensioneerden. Jongeren zouden immers te weinig pensioen opbouwen omdat de huidige gepensioneerden hun pensioen zouden opeten. Laten we daar voor eens en voor altijd duidelijk over zijn. Dat is een fabeltje. Een huidige of aankomende gepensioneerde geboren in 1960 heeft een lagere levensverwachting dan iemand die in 1990 geboren is. De jongeren van nu zullen langer leven en pensioen ontvangen dan de huidige gepensioneerden. Wanneer die jongeren later een fatsoenlijk pensioen uitgekeerd willen krijgen, dan zullen ze daarvoor ook langer moeten werken of meer premies moeten afdragen. Ouderen van nu kunnen toch niet financieel verantwoordelijk gehouden worden voor het feit dat jongeren straks langer leven en daardoor meer pensioen nodig hebben?

Bron: CitaReg.nl

Uncategorized