Ebola actie giro 555 moet kas van hulporganisaties spekken | Gewoon-Nieuws.nl

0
Rate this post

Bron: Het Nederlands opinieplatform CitaReg  Auteur: Bart Uienpeller

Weiger mee te doen aan Ebola actie giro 555

Artsen zonder Grenzen neemt afstand van de hulpactie giro 555 voor de bestrijding van ebola. De motivatie van AzG is duidelijk: ‘Wij willen hulp geven wanneer en waar dat het hardst nodig is. Daarom nemen we al jaren niet deel aan zulke acties.’

Mosterd na de maaltijd

Met deze formulering slaat AzG de spijker op de kop. De inzamelingsacties van de Samenwerkende Hulporganisaties SHO zijn twijfelachtig. De indruk bestaat dat de SHO elke ramp aangrijpt om de algemene kas van de aangesloten hulporganisaties te spekken. Dat blijkt ook nu weer, omdat de ebola uitbraak over haar hoogtepunt heen is. De actie is in feite mosterd na de maaltijd.

SHO is niet meer dan een sleepnet

Het geld dat burgers storten op ‘rampengiro’ 555 gaat vaak niet naar de juiste organisaties. Dit blijkt uit een intern rapport van de stichting achter het gironummer, Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), dat in handen is van De Correspondent. Van de ingezamelde gelden wordt maar een gedeelte besteed aan het feitelijke doel. De rest gaat naar de algemene reserves van de diverse hulporganisaties.

De Samenwerkende Hulporganisaties bestaan uit tien organisaties, waarover het geld volgens een vaste verdeelsleutel wordt verdeeld. In het rapport wordt de verdeling van de gelden bekritiseerd. In 2013 bijvoorbeeld werd er een inzamelingsactie voor slachtoffers van de oorlog in Syrië gehouden. Het Rode Kruis, Unicef en de Stichting Vluchteling waren de enige organisaties die al aanwezig waren in het land vóór de inzamelingsactie. Ze hadden er een netwerk en goede organisatiestructuren, maar kregen slechts 40 procent van het ingezamelde geld. 60 procent ging naar organisaties met weinig of geen ervaring in het rampgebied.

De vaste verdeelsleutel is een probleem, vinden de schrijvers van het rapport, omdat geen rekening wordt gehouden met verschillende soorten rampen. Het Rode Kruis heeft bijvoorbeeld meer ervaring met het bestrijden van een medische crisis als ebola, dan een organisatie zoals Save the Children. De verdeelsleutel zou daarop aangepast moeten worden. De directeuren van de tien hulporganisaties slagen er zelf niet in om een goede discussie te voeren over deze verschillen, staat in het rapport. De commissie spreekt haar verbazing uit dat de bestuurders belang blijven hechten aan de profilering van de eigen organisatie. Ook de mediapartner heeft volgens de commissie kritiek op de Giro 555-acties. NPO/NOS zou ‘ontevreden’ zijn over de ‘professionaliteit’ van de Samenwerkende Hulporganisaties.

Ebola landen moeten hun verantwoordelijkheid nemen

Los van het feit dat van het ingezamelde geld een flink deel aan de strijkstok blijft hangen, de directeuren en hun staf willen namelijk marktconform betaald worden, blijft bij dit soort acties buiten beschouwing of de inzamelingsactie ook daadwerkelijk nodig is. De SHO speelt maar al te graag met de emoties van het volk om zodoende de beurs te trekken. Natuurlijk is ebola een ramp in de getroffen gebieden. Maar de oorzaak is de gebrekkige gezondheidsstructuur in de betreffende landen. Dat is natuurlijk niet alleen ebola gerelateerd, maar is structureel. Dáár zou aan gewerkt moeten worden. Niet via nationale hulpacties, maar door middel van gecontroleerde ontwikkelingshulp en… door een beroep te doen op de zelfverantwoordelijkheid van de regeringen aldaar. In de ebola landen is helemaal geen gebrek aan geld. De elite daar beschikt over miljarden, maar weigert zelf de beurs te trekken omdat het zo makkelijk is een beroep te doen op de emoties en vrijgevigheid van het westen. De corruptie bij de besteding van de hulpgelden is overigens een hoofdstuk apart.

Hulporganisaties houden zichzelf in stand

Het is een waarheid die de hulpverleners, waaronder de SHO, maar moeilijk onder ogen willen zien. Want waaraan zouden ze dan nog hun bestaansrecht  kunnen ontleden?  In de charitatieve sector werken mensen die voor hun bestaanszekerheid afhankelijk zijn van de hulporganisatie waar ze voor werken. Vaak zijn het riant betaalde banen met interessante reisprogramma’s. Voor het echte veldwerk worden onbetaalde vrijwilligers gebruikt. Geen wonder dat de afgelopen decennia talloze hulporganisaties als paddenstoelen uit de grond zijn verrezen. Men creëert voor zichzelf met verkregen subsidies en donaties een leuke baan onderwijl goede sier makend naar de buitenwereld. Wij helpen toch? Ja, vooral zichzelf.

Bron: CitaReg

Uncategorized